Correspondentie

 

De uitwisseling die de grenzen van de eigen groep overstijgt is enorm belangrijk: het is de motor voor functioneel schriftelijk taalgebruik. Wat je opstuurt moet duidelijk geformuleerd zijn, je kan er geen uitleg bij geven zoals in de klas, je vermijdt fouten in de teksten want je wil niet afgaan voor de buitenwereld, en je kijkt ook uit naar de reacties van de correspondentievrienden, die wil je uiteraard zo snel mogelijk kunnen lezen. Vaak zijn die reacties of expliciete vragen dan weer aanleiding om wat grondiger het eigen milieu te onderzoeken. Wat in de eigen groep als vanzelfsprekend ervaren wordt is dat misschien niet voor de correspondentieklas. De aard van de correspondentie evolueert met de leeftijd van de kinderen, de jongste kleuters zijn nog sterk op zichzelf gericht, moeten wellicht mekaar geregeld eens zien om tot uitwisseling te kunnen komen. Maar ze kunnen wel al tekeningen, foto’s, geluids- en videobanden naar elkaar sturen. De oudste leerlingen kunnen ook corresponderen met een klas in het buitenland in een andere taal (Frans, Engels, …). Zo biedt correspondentie ook de mogelijkheid om in die vreemde taal tot schriftelijke communicatie te komen.